Janken, blaffen, onzindelijkheid of dingen kapotmaken. Word je op deze manier begroet als je thuiskomt? Dan heeft je hond mogelijk last van verlatingsangst. Dit ontstaat vaak doordat honden overafhankelijk zijn van hun baasje, bijvoorbeeld als ze als puppy te vroeg bij hun moeder zijn weggehaald, ooit zijn achtergelaten, of door hun temperament.

Wat is verlatingsangst?

Honden met verlatingsangst reageren vaak destructief als ze alleen worden gelaten. Je gaat bijvoorbeeld even boodschappen doen en komt terug in een huis waar de vuilniszakken zijn leeggehaald, een kussen is verscheurd of je hond in de gang heeft geplast. Dit gedrag komt voort uit angst en niet uit koppigheid.

Veelvoorkomende symptomen

Honden met verlatingsangst vertonen vaak deze gedragingen:

  • Plassen of poepen op ongepaste plekken.
  • Dingen kapot bijten, krabben of slopen.
  • Overmatig blaffen of janken.
  • Weigeren te eten of drinken.
  • Zichzelf overmatig likken of bijten.

Bij thuiskomst begroeten ze je meestal met een overdreven enthousiasme.

Straffen helpt niet

Straffen is geen oplossing bij verlatingsangst. Honden kunnen geen verband leggen tussen hun gedrag en de straf, zeker niet als deze pas na enige tijd volgt. Hun “schuldige” houding (zoals een staart tussen de benen of op de rug liggen) is geen schuldgevoel, maar onderdanigheid. Straffen pakt de oorzaak van hun angst niet aan en kan het probleem zelfs verergeren.

Hoe pak je verlatingsangst aan?

De sleutel is om je hond te leren omgaan met jouw afwezigheid:

  1. Maak vertrek en terugkomst rustig
    Geef geen aandacht aan je hond bij vertrek en begroet hem pas als hij gekalmeerd is. Overdreven afscheid nemen kan zijn angst versterken.
  2. Oefen met korte uitstapjes
    Simuleer een vertrek: rinkel met je sleutels, trek je jas aan en ga de deur uit. Begin met korte momenten, zoals een minuut en verleng de tijd geleidelijk. Het doel is dat je hond rustig blijft, ongeacht hoe lang je weg bent.
  3. Verminder zijn afhankelijkheid
    Als de angst aanhoudt, probeer dan je hond minder afhankelijk van jou te maken. Laat anderen hem voeren, uitlaten en met hem spelen. Negeer hem tijdelijk wanneer hij overdreven aandacht vraagt. Dit kan lastig zijn, maar helpt hem op lange termijn zelfstandiger te worden.

Wanneer hulp inschakelen?

Blijft het probleem bestaan, overleg dan met je dierenarts. Deze kan vaststellen of er een medische oorzaak is of je doorverwijzen naar een gedragsspecialist.

Met geduld en de juiste aanpak kun je je hond leren omgaan met jouw afwezigheid en zijn verlatingsangst verminderen.

Terug naar overzicht